SRON zoekt naar leven in het heelal
Leiden heeft al een sterrenwacht, een faculteit sterrenkunde en een aantal bedrijven die zich bezighouden met ruimtetechniek. Op het Bio Science Park is daar nu een nieuw bijzonder bedrijf bijgekomen: SRON. Daarmee verstrekt Leiden zijn positie in de wereld als kenniscentrum voor ruimtetechnologie. Het veranderende klimaat, en de vraag of er leven op andere planeten is, zijn de belangrijkste onderwerpen waar de onderzoekers zich mee bezig houden.
“Wij doen onderzoek vanuit de ruimte met satellieten”, legt sterrenkundige Erik Arends van SRON uit. “We kijken omhoog naar het heelal, en we kijken naar beneden, naar de aarde.” Vooral dat kijken naar de aarde is erg actueel in verband met klimaatverandering. SRON doet bijvoorbeeld mee aan een onlangs gelanceerd wereldwijd detectiesysteem voor methaan van de Verenigde Naties.
Methaanlekken
“Methaan is naast CO2 het belangrijkste broeikasgas en verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van de menselijke opwarming van de aarde”, weet Arends. De Tropomi-satelliet van SRON is in staat om in z’n eentje dagelijks op zoek te gaan naar methaanlekken op aarde. Die ontstaan vooral in de olie -en gas industrie en in grote vuilnisbelten. “Het is zonde dat methaan weglekt want het heeft een enorme impact op het milieu en het is te voorkomen. Dus wij sporen de grote uitstoters op en hopen dat er iets mee gedaan wordt.”
Ruimtevaartcluster
SRON begon al met ruimtetechnologie in de jaren zestig in Utrecht. Dat gebouw was dusdanig verouderd dat het bedrijf besloot naar Leiden te verhuizen. “In Zuid-Holland heb je een groot ruimtevaartcluster. ESA in Noordwijk, Airbus hier op het Bio Science Park, en er is een sterrenwacht en het Leidse Natuurkunde Instituut. En dan is hier ook nog de Instrumentmakers-school, dus we passen er prima tussen”, zegt Arends. Ook de TU Delft is een belangrijke partner voor SRON.
Buitenaards
SRON kijkt ook in de ruimte. Met behulp van uiterst gevoelige, zelfgemaakte detectiesystemen in satellieten speuren de wetenschappers naar röntgenstraling en hete gassen in de Melkweg. “En we kijken naar exo-planeten. Dat zijn planeten die om sterren draaien in andere zonnestelsels.” Uiteindelijk moet dat de vraag beantwoorden of er nog ergens anders leven is. Het antwoord daarop moet haast wel ‘ja’ zijn denkt Arends. “Er zijn veel meer planeten dan sterren, dan heb je het over ongeveer 100 miljard maal 100 miljard. Dus er zijn zoveel planeten dat je bijna zou zeggen dat er wel leven moet zijn. Alleen dat is wel heel erg moeilijk te zien. De vraag is of wij het antwoord op die vraag nog gaan meemaken.”